Toebehoren voorschrijven

Artikel
Toebehoren sondevoeding

Sondevoeding kan op verschillende manieren toegediend worden. Hieronder lees je meer over de mogelijke toedieningsroutes, materialen van sondes en toedieningswijzen. Het is belangrijk dat de manier van sondevoeding toedienen past bij de situatie van de patiënt om zo goed mogelijk bij te kunnen dragen aan het behalen van de behandeldoelen.

Heb je vragen over sondevoeding en toebehoren? Onze diëtisten staan voor je klaar via de Diëtistenlijn.

Toedieningsroutes

De keuze voor de toedieningsroute wordt bepaald door de volgende factoren:

  • de toegankelijkheid van het neus-maag-darm kanaal;
  • de fysiologische mogelijkheid tot voeden;
  • de verwachte duur van het gebruik van sondevoeding.

Sondevoeding kan toegediend worden in de maag, het duodenum of het jejunum. Voeden via de maag is de eerste keus. Deze weg komt het meest overeen met de natuurlijke wijze van voeden.

Wanneer voeden via de maag niet mogelijk is, wordt er gevoed in het duodenum. De peristaltiek van de dunne darm blijft dan meestal behouden. Als dat ook niet mogelijk is, dan wordt er gevoed via het jejunum.

De snelheid van het toedienen van de sondevoeding voorbij de maag is beperkt. Voeden in porties of per bolus is geen optie. Dit zal leiden tot dumpingklachten.

Materialen

Sondes zijn van verschillende materialen gemaakt en hebben verschillende kenmerken:

  • PVC (polyvinylchloride): is stevig zonder voerdraad in te brengen en heeft een gebruiksduur van ± 7 dagen.
  • PUR (polyurethaan): is soepel en glad en heeft een gebruiksduur van ± 6 weken.
  • Siliconen: is zeer soepel en heeft een gebruiksduur van ±3-4 maanden.

Toedieningswijze

Er zijn drie verschillende mogelijkheden om sondevoeding toe te dienen: continu, intermitterend of per portie (bolus). Om de juiste keus te kunnen maken voor de toedieningswijze zijn verschillende factoren van belang;

  • de indicatie;
  • het soort sondevoeding;
  • de ligging van de sonde.

De keuze van de toedieningswijze zal in eerste instantie bepaald worden door de voedingsbehoefte van de patiënt. Daarnaast spelen de wensen van de patiënt en de dagelijkse activiteiten een rol.

De sondevoeding kan gegeven worden met behulp van:

  • de sondevoedingspomp;
  • het zwaartekrachtsysteem;
  • een spuit;
  • een combinatie van bovengenoemde wijzen.

Wil je weten wanneer continu, intermitterend of per portie toedienen passend is voor jouw patiënt? Volg onze e-learning: Sondevoeding voor volwassenen. Daarin behandelen we alle onderwerpen die van belang zijn bij het voorschrijven van sondevoeding en toebehoren.